Храм и крест. Неоконченный храм. 43, 44, 48

       Х. Марсман
       1899-1940

Перевела с нидерландского языка
на русский язык Галина Поротикова

* * *

Лежал один он в темноте и думал:
- я должен умереть пришедшей ночкой.

тому отчаяние уделом будет,
останься кто кудахтать квочкой.

судьбе его спасения не найти,
и где ему найти его пути.

не это ли я говорил всегда:
"едва почует сердце, где беда,

ты силу, утешение ищи
у друга, ну а нет - и не взыщи.

и жизнь, её ты сколько ни люби,
того лишь любит, кто любим людьми".

но кто в родной бессолнечной стране
приветен был и не враждебен мне?

был дружбе верен, в дружбу верил я,
у сердца друг пригрелся что змея.

и одиночество, и солнца свет,
огонь. тепло и юг на много лет

я выбрал, тем и был счастлив,
и этой ночью всё слизнёт прилив.

* * *

"Спит любовь в её сердце,
весна в промёрзшей земле,
ожидая что на часах
из кокона бабочки вылет.
в деревне, где я ночую,
завтра солнце выйдет из пены
на небо, и пальмы как флаги!

ни дождя, ни тени, ни снега;
здесь не бывает сумерек,
где бы колчедан солнца
повис в бахроме погоды.
ничто не бросит меня
вновь к красному очагу.

спи легко, любимая, спи
одинокий свой зимний сон,
очнись, осиновый лист,
на пике цветущей весны,
взлети из кокона бабочкой,
пламенем горящего очага."

* * *

- Гол и пуст небосвод,
бесконечность, стекай.
и у ночи есть плод,
чёрный пепел и гарь.

раскололся мир-бриг
о кровавый наш век,
человеческий крик
загрязнил белый снег.

почернел небосвод,
мрак и зной, мрак и зной,
человеческий род
забродил кислотой.

покраснела земля,
и трагично вино;
эта ада петля
всё, что твари дано.

        1939

С нидерландского


       H. Marsman

Tempel en kruis. De onvoltooide tempel

43

Hij lag in het donker en dacht:
- ik moet sterven of weggaan vannacht.

als ik zitten blijf op die vaalt
en die wanhoop mij weer overvalt

is het reddeloos met mij gedaan.
maar waar moet ik gaan of staan?

heb ik zelf niet altijd beweerd:
"als het hart zich niet meer verweert

vindt men kracht en troost bij een vriend?"
maar geen wezen zo arm als een vriend

en geen leven, hoezeer ook bemind,
dat ons veerkracht en vleugelen geeft

als men zelf geen overvloed heeft.
men leeft slechts zolang men nog geeft.

en wie in dit heilloze land
die mij niet heeft verzaakt of beroofd?

ik heb in de vriendschap geloofd,
ik geloof nu alleen in mijzelf.

laat er zonlicht en eenzaamheid zijn
en het vuur van een zuidelijk land;

vroeg of laat aan dit duistere strand
krijgt de eb van het leven hen klein.

44

"De liefde slaapt in haar hart
als de lente in de winterse grond
die in koude en duisternis wacht
als een vlinder in haar cocon.
in het dorp waar ik nu overnacht
schijnt morgen een schuimende zon
in een hemel met palmen bevlagd!

geen regen, geen schaduw, geen sneeuw,
geen dooiende schemering
die als een zwavelen zon
in de rafels hangt van een weer,
drijft mij terug naar het vuur
van haar kamer, haar roden haard.

sluimer, liefste, en slaap
uw eenzamen winterslaap,
en ontwaak als de bevende zon
door de lentlijke evening gaat,
als een vlinder uit haar cocon,
als het vuur in uw donkeren haard."

48

- De hemel is leeg,
de oneindigheid bloedt.
in het nachtlijk gewelf
niets dan sintels en roet;

en de transen gescheurd
van den brandenden schreeuw
en de sneeuw weer besmeurd
met het bloed dezer eeuw.

- alle duister en gloed
van `t beroofd firmament
wordt een brandend ferment
in het menselijk bloed.

zie, de aarde is rood
van den tragischen wijn;
`t paradijs een woestijn,
maar het schepsel wordt groot.