Herinnering

(версию этой работы на русском языке можно найти на моей странице
под названием "Я вспоминаю" в цикле "Поэма бесприютных душ")


Ik herinner me die lang vervlogen tijden,
achter de horizon van mijn jonge jaren.
Toen leefde ik in de wereld
van de kinderspelen,
had nog geen verleden,
en dacht niet aan de toekomst.

Mijn ogen straalden toen de leergierigheid
en het kinderlijk vertrouwen uit.
Door een kleine vonk in mijn hart
kon in een oogwenk
het vuur van een droom opgevlamd zijn.

Ik realiseer me nu
dat ik toen zo gelukkig was.
Ik keek naar de wereld
met heldere kinderlijke ogen,
en de wereld leek vriendelijker,
het gras groener, en de zon warmer.

Ik herinner me dat ik kort geleden
in mijn droom terug kwam in de kindertijd.

Ik kijk weer naar de wereld met kinderlijke ogen.
Ik sta op de binnenplaats van mijn kinderjaren.
Ik zie onze flat en het balkon,
van waaruit ik mijn school kon zien.
Op het groene grasveld zie ik de schommel
waarop mijn vrienden en ik
ons in de opwaartse vlucht uitstrekten
naar de lazuurblauwe hemel en de vrolijke zon.
Opeens verschiet het droombeeld.

Ik ben weer in het heden.
In de plensbui sleep ik mij voort
door een drukke en donkere straat.
Om mij heen lopen zwarte mensengedaanten af en aan.

Vanuit mijn binnenste voel ik een ondraaglijke wens,
die als een golf mij overspoelt,
om een stille steeg te vinden
en mijn tranen de vrije loop te laten,
om mijn hart van bitterheid en pijn te ontlasten,
maar...
mijn lichaam huivert al
in een stroom van bittere tranen.
Ik huil en ga door de donkere straat
langs de zwarte mensengedaanten
naar de zwarte verte.

Ik word wakker en voel me helemaal uitgeblust.
Ik kijk naar mijn zesjarige zoon
die slaapt nu als een roos, en...
ik kom weer in aanraking met de kinderjaren.
Mijn zoontje, mijn zonnetje, mijn schat.

Ik kom dichter bij het raam
en probeer naar de wereld te kijken
met de open blik van mijn zoon, en...

ik zie het felgroene grasveld,
de heerlijk lazuurblauwe hemel
en het vrolijke morgenzonnetje
en ik voel dat het warmer wordt in mijn hart.


2 november 2005


Рецензии